Behandelingen
Autogene drainage
Wanneer gebruiken we Autogene Drainage?
Bij baby’s die herstellen van een eerste acute (RSV) bronchiolitis of bronchitis. Voornamelijk indien de slijmvorming, het piepen en reutelen van de ademhaling, het hoesten, etc… blijven aanslepen.
Bij iedereen (alle leeftijden) die te kampen heeft met heel vaak terugkerende luchtweginfecties (bronchitis, bronchiolitis, longontsteking, …) of chronische luchtwegproblemen (vb aanslepende hoestklachten).
Wat doet een kinesitherapeut?
Informatie en educatie van een juist gebruik van je inhalatiemedicatie (aerosol, puffers, etc.).
Aanleren van efficiënte en frequente neusspoelingen
Drainage van de luchtwegen en technieken die de ventilatie in de luchtwegen optimaliseren.
Vroeger werd vaak tapotage en vibratie toegepast. Men dacht dat dit de slijmen kon lostrillen van de luchtwegwand. Vandaag weten we dat er efficiëntere technieken zijn.
Bij alle technieken die gebruikt worden gaan we de ademhaling moduleren. Actief (autogeen, patiënt doet het zelf onder ons begeleiding) of passief, vb bij baby’s.
Passief gebeurt dit bijv. bij baby’s: door de borstkas te verkleinen (=uitademen) met de handen van de therapeut, en met thoracale banden. Eventueel in combinatie met bouncing: ritmisch op en neer gaan op een zitbal waardoor er snellere en ritmische uitademingen zijn. De baby/het kind wordt rustig en laat zijn ademhaling dan vaak beter “moduleren”.
Wat bedoelen we precies met het “moduleren van de ademhaling” en wat doet dat met de slijmen?
Als we heel traag inademen (= de borstkas heel groot maken) heeft de lucht de tijd om zich overal te verspreiden, ook daar waar het moeilijker of niet meer geraakt, bvb tot achter een slijmprop.
Als we heel lang uitademen (= de borstkas heel klein maken) kunnen we slijmen verplaatsen/doen bewegen die zich heel ver in de kleine luchtwegvertakkingen bevinden.
Als we heel snel uitademen nadat we diep hebben ingeademd (bvb bij hoesten en huffen) kunnen we slijmen verplaatsen en in de mond brengen die zich reeds in de grote luchtwegen bevinden.
Er komt heel wat meer bij kijken dan voorgaande voorbeelden. Maar eigenlijk gaan we “spelen” met al deze vormen van in- en uitademen, en dit vanop verschillende longvolumes. Om zodoende op de meest efficiënte wijze het slijm uit de luchtwegen te krijgen.
Soms maken we ook gebruik van hulpmiddelen (zoals flutter en PEP). Zij geven een druk waartegen je moet uitademen en dat helpt onder andere om de luchtwegen beter open te houden indien dit een probleem vormt. Wenst u meer informatie ga dan naar de autogene drainage van Jean Chevailler, en de ademhalingstechnieken van Guy Postiaux.
We streven ernaar bij elke persoon en steeds opnieuw op zoek te gaan naar de verzameling en opeenvolging van technieken die het beste resultaat geven. Bij baby’s en kinderen hebben we speciale aandacht voor een kindvriendelijke aanpak.